NOS Nieuws•
-
Olivier de Neve
redacteur Economie
-
Olivier de Neve
redacteur Economie
Nederlandse opkomende popmuzikanten krijgen structureel te weinig betaald voor hun optredens en moeten er vaak zelfs geld op toeleggen, blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit. Dat moet veranderen, vinden muzikanten, boekers, managers en programmeurs van popzalen die mee hebben gedaan aan de ‘Fair Pop Pilot’.
Het onderzoek was afgelopen najaar. Een paar maanden lang werden muzikanten die bij acht poppodia optraden, bij wijze van proef betaald volgens het ‘fair pay’-principe. Dat is een richtlijn die de muziekindustrie zelf een aantal jaar geleden heeft opgesteld en die in lijn is met een minimumloon of modaal inkomen. Hoe hoog de vergoeding is, is afhankelijk van de fase waarin de carrière van de muzikant zich bevindt.
Hoge zaalkosten
Om tot een eerlijke beloning te komen, moest bij alle deelnemende artiesten minimaal 35 procent aan hun gage worden toegevoegd. In sommige gevallen liep dat zelfs op tot 72 procent.
“Dat komt onder meer doordat de kosten van zalen heel hoog zijn geworden”, zegt Rita Zipora. Ze is voorzitter van het onderzoek en bestuurslid van BAM! Popauteurs, de grootste belangenverenging voor Nederlandse artiesten, songwriters en producers van popmuziek. “Poppodia zijn geprofessionaliseerd en moeten nu veel meer geld uitgeven aan techniek, personeel, veiligheid, enzovoort. Maar het budget voor de programmering is niet meegegroeid. Daardoor blijft er weinig over voor de artiest.”
In het onderzoek werden niet alle popmuzikanten meegenomen, zegt Zipora. “Echte beginners en grote namen vielen erbuiten. We hebben onderscheid gemaakt tussen twee categorieën. Artiesten die in fase 1 zitten, zijn al een tijdje bezig en hebben een team om zich heen. Fase 2-artiesten hebben al behoorlijk wat fans en kunnen veel kleine zalen uitverkopen. Bij beide groepen zie je dat ze niet uit de kosten komen, laat staan zichzelf kunnen uitbetalen.”
Door de pilot kon ik een aantal shows spelen tegen een fatsoenlijke vergoeding.
Herkenbaar, zegt zangeres Zoë Livay. Ze deed onder andere al het voorprogramma van de populaire band Racoon en heeft een paar miljoen streams op Spotify. “Live spelen kost veel geld, dat is best schrikken. Afgelopen zomer heb ik op meerdere festivals mogen spelen. Daar was ik heel blij mee, maar het heeft mijn management en mij een hoop geld gekost. Ik doe er gelukkig dingen naast, zoals modellenwerk en in een theaterstuk spelen. Anders was dit allemaal niet haalbaar geweest. Door de pilot kon ik een aantal shows spelen tegen een fatsoenlijke vergoeding.”
Veel van haar vakgenoten zijn het met haar eens, zo blijkt uit het onderzoek. 83 procent van de respondenten uit de Nederlandse muziekindustrie vindt dat ‘fair pay’ structureel zou moeten worden.
Daar vallen ook de partijen onder die de artiesten meestal betalen voor hun optredens: de poppodia. Jolanda Beyer is directeur van poppodium Patronaat in Haarlem en was zelf ook bij het onderzoek betrokken. Patronaat heeft een grote zaal waar bijna duizend mensen in kunnen, maar ook twee kleinere zalen met een capaciteit van 130 en 350 mensen.
“In die kleinere zalen is het fatsoenlijk betalen van muzikanten niet structureel haalbaar. Poppodia leven van horeca-omzet, die is in kleine zalen simpelweg ontoereikend. We roepen al jaren dat er meer geld naar de makers moet. Onderzoeksbureau Berenschot heeft een paar jaar geleden becijferd dat er 9 miljoen euro per jaar nodig is om popmuzikanten eerlijk te kunnen betalen. Je kunt eigenlijk zeggen dat de optredende muzikanten die 9 miljoen nu jaarlijks zelf ophoesten.”
Verschillende partijen willen dus verandering, maar hoe? “Dat kan bijvoorbeeld door een kleine toeslag per kaartje of een vrijwillige donatie aan het publiek te vragen”, zegt Beyer. “Dat bedrag kan dan in een algemene pot, waaruit aangesloten podia dan optredende artiesten kunnen betalen. Ook grote artiesten en het Rijk zouden daar een bijdrage aan kunnen leveren. Daarnaast zijn we in gesprek met commerciële sponsoren. De enige manier waarop het gaat lukken, is gezamenlijk.”
Goede ideeën, vindt Zoë Livay. “Als je veel van muziek houdt, wil je misschien wel een paar euro extra betalen voor een opkomende artiest. Ik gun het mijn collega-muzikanten die misschien nog wat minder ver in hun carrière zijn ook. Het is gewoon moeilijk.”