NOS Nieuws••Aangepast
Het aandeel vrouwelijke hoogleraren is opnieuw toegenomen. Eind vorig jaar was 29,9 procent van de hoogleraren vrouw, meldt het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH).
Bij alle universiteiten was er sprake van een stijging, behalve in Delft. De Technische Universiteit bungelt al jaren onderaan.
Dankzij de gemiddelde landelijke stijging van 1,2 procentpunt ten opzichte van 2023 is het streefcijfer van 30 procent praktisch gehaald. Het LNVH noemt het een symbolische grens, omdat 30 procent wordt gezien als minimum om een structurele verandering te bewerkstelligen.
Wel wijst de organisatie erop dat er grote verschillen zijn tussen onderzoeksvelden en universiteiten onderling. Bovendien duurt het met het huidige tempo nog tot 2043 voordat de man-vrouwverhouding gelijk is.
Streefcijfers verhoogd
Daarom vraagt het LNVH de universiteiten om te versnellen. “Alleen door gezamenlijke inzet kunnen we voorkomen dat deze mijlpaal een eindpunt wordt en ervoor zorgen dat het een springplank zal zijn naar echte gelijkwaardigheid.”
De universiteiten hebben hun streefcijfers voor 2030 al aangepast. Die lopen uiteen van 25 procent in Delft tot 40 tot 60 procent in Utrecht.








