NOS Nieuws

  • Jeroen Gortworst

    Verslaggever binnenland

  • Francien Yntema

    Redacteur binnenland

  • Jeroen Gortworst

    Verslaggever binnenland

  • Francien Yntema

    Redacteur binnenland

Het doel om in 2030 volledig emissievrij busverkeer in het openbaar vervoer te hebben, staat onder druk. Dat zegt OV-NL, de vereniging van openbaarvervoersbedrijven. “Je ziet nu al dat sommige opdrachtgevers ruimte geven om ook na 2030 fossiel te rijden”, zegt voorzitter Hatte van der Woude.

Door de grote druk op het elektriciteitsnet kunnen niet snel genoeg oplaadpunten worden aangelegd voor alle elektrische bussen die nodig zijn. Vervoersmaatschappijen krijgen bij netbeheerders geen voorrang bij een aanvraag voor een plek op het net en sluiten dus achteraan in de wachtrij. Met als gevolg dat de invoer van elektrische bussen op meerdere plekken op zich laat wachten en daar voorlopig wordt doorgereden met dieselbussen.

Volgens afspraken die zo’n tien jaar geleden landelijk zijn gemaakt moet elke nieuw aangeschafte bus vanaf dit jaar elektrisch zijn. In 2030 moeten alle ov-bussen op de weg uitstootvrij zijn. Op dit moment geldt dat voor 37% van de meer dan 5100 bussen.

Voor het openbaar vervoer zijn de zogenoemde ov-autoriteiten verantwoordelijk. Die bestaan uit de provincies, de Vervoerregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en het OV-Bureau Groningen-Drenthe.

De praktische weg naar emissievrij openbaar busvervoer is weerbarstig, merkt het samenwerkingsverband van ov-autoriteiten. “We dachten twee jaar geleden niet dat netcongestie – file op het elektriciteitsnet – zo’n probleem zou zijn als dat het nu is”, zegt woordvoerder Jan van Selm. “Op sommige plekken kan je geen stroom meer krijgen. Daardoor is het een stuk lastiger geworden om de doelen in 2030 te halen.”

In Friesland herkent vervoerder Qbuzz de problematiek van onvoldoende stroom. De vervoerder heeft ervoor gekozen eind vorig jaar op de valreep zo’n 200 nieuwe dieselbussen aan te schaffen, met goedkeuring van de provincie.

Een paar weken later hadden deze dieselbussen niet meer in gebruik genomen mogen worden. “We zagen al snel de onmogelijkheden om bij de start voldoende stroom te realiseren”, zegt een woordvoerder QBuzz. “En dus moeten we de komende jaren eerst met dieselbussen rijden.”

Goede bedoelingen

Ook op andere plekken wordt de drukte op het stroomnet ervaren als een obstakel. Zo moet de provincie Gelderland binnenkort beslissen over het busvervoer in de regio’s Arnhem en Nijmegen voor de komende periode. De provincie stelt daar een lijst met voorwaarden voor op.

“Maar dit keer hebben we bewust gekozen om dat emissievrije jaar van 2030 niet extreem hard erin te zetten”, zegt een woordvoerder van de provincie. “We waren bang dat er niemand zou reageren.” De provincie zei vorig jaar al dat door de drukte op het stroomnet de doelstellingen niet overal haalbaar zijn.

Ook in Roosendaal zullen zo’n vijftig bussen de komende tijd nog op diesel rijden. “Wij hebben er samen met Arriva en Enexis alles aan gedaan om tijdig een grote stroomhoeveelheid te krijgen”, zegt een woordvoerder. “Ondanks ieders goede bedoelingen is dat niet gelukt. Dat is spijtig.”

Honderdduizenden euro’s extra

Aan de andere kant zijn er vervoerders die ondanks de stroomproblemen juist wel elektrische bussen blijven inzetten. Zo rijden er in Flevoland deels elektrische bussen, terwijl vervoerder EBS daar de komende jaren in hun remises geen grote stroomaansluiting kan krijgen.

“We hebben toen een creatieve oplossing gezocht op plekken waar al stroomvoorziening was”, zegt algemeen directeur Wilko Mol. “Zo maken we nu tijdelijk gebruik van oplaadfaciliteiten van Lelystad Airport en bij een particulier transportbedrijf in Nagele. Niet ideaal, want deze constructie kost honderdduizenden euro’s extra.”

Je moet keuzes maken, want als je iedereen prioriteit geeft, krijgt niemand prioriteit.

Woordvoerder Autoriteit Consument en Markt

Vervoerders en meerdere provincies vinden dat het openbaar vervoer wel prioriteit moet krijgen voor een plek op het stroomnet. Sinds vorig jaar kunnen partijen die “een groot algemeen belang dienen” voorrang krijgen bij de toekenning van een plek op het elektriciteitsnet.

Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt heeft een lijst vastgesteld om wie het gaat. Daar staan bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en de politie op, maar het openbaar vervoer valt daarbuiten.

“Je moet keuzes maken, want als je iedereen prioriteit geeft, krijgt niemand prioriteit”, zegt een woordvoerder van de ACM. “Daarnaast zijn er voor elektrische bussen mogelijkheden om toch een aansluiting te krijgen, door bijvoorbeeld af te spreken dat bussen op tijden buiten de spits opgeladen worden. Dan is er nog wel ruimte op het net.” Dit gebeurt bijvoorbeeld in Zaandam, waar vervoerder EBS in de maanden oktober tot en met maart niet overdag mag opladen.

Eind vorig jaar stapten ov-bedrijven samen met veertien grote belangenclubs en bedrijven – zoals ProRail en KPN – naar de rechter omdat ze een hogere plek op de prioriteitenlijst willen. De rechter doet daar later dit jaar uitspraak over.

Share.
Exit mobile version