NOS Nieuws•
De Pakistaanse oud-premier Imran Khan is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar vanwege corruptie. Zijn vrouw Bushra Bibi krijgt voor haar aandeel in de zaak zeven jaar cel. Khan werd al drie keer eerder veroordeeld en zit sinds de zomer van 2023 vast.
De Pakistaanse minister van Informatie spreekt van de grootste corruptiezaak in de geschiedenis van het land. Het draait om de Al-Qadir Trust. Khan en zijn vrouw richtten deze non-profitorganisatie op toen hij tussen 2018 en 2022 premier was.
De rechter oordeelt dat Khan door een vastgoedmagnaat is omgekocht. Die gaf hem twee grote stukken grond in ruil voor omvangrijke financiële diensten. Daar was een bedrag mee gemoeid van meer dan 225 miljoen euro. De 72-jarige Khan en zijn vrouw zeggen onschuldig te zijn en spreken van een politiek proces om te voorkomen dat hij ooit weer aan de macht komt.
Khans partij, de PTI, claimt dat de grond niet voor persoonlijk gewin was, maar was bedoeld om er een onderwijsinstelling voor arme inwoners te bouwen.
Khan werd in 2022 afgezet als premier na een verloren vertrouwensstemming in het parlement.
Aanhangers
In Pakistan is de ex-premier nog altijd populair. Sinds zijn arrestatie in 2023 hebben zijn aanhangers verschillende gewelddadige protestmarsen georganiseerd. Eind november vorig jaar vielen bij een van die protesten zes doden en vele gewonden.
Bij de parlementsverkiezingen vorig jaar waren Khan en de PTI uitgesloten van deelname. Politici, gesteund door de PTI, deden daarom als onafhankelijke kandidaten mee en kregen de meeste stemmen, maar haalden geen meerderheid.