NOS Nieuws

  • Charlotte Boström

    Redacteur Economie

  • Charlotte Boström

    Redacteur Economie

Pensioenfondsen kijken in toenemende mate naar manieren om te investeren in bedrijven die planten- en diersoorten proberen te redden, constateert de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Vorig jaar gaf de helft van de ondervraagde fondsen aan dit te doen, inmiddels zijn dit alle ondervraagde partijen.

Onder meer het pensioenfonds van PostNL kijkt hiernaar. “Verlies van biodiversiteit is verbonden aan financiële risico’s. Vandaar dat we al jaren bezig zijn om projecten en bedrijven te vinden die zich hiermee bezighouden, om het geld van deelnemers te kunnen beleggen”, zegt Jeroen van der Put, voorzitter van de beleggingscommissie van het pensioenfonds.

Op welke schaal op dit moment daadwerkelijk wordt geïnvesteerd, valt niet te achterhalen, zegt VBDO. “De portefeuilles van fondsen zijn vaak vertrouwelijk en het is heel lastig te meten en vergelijken hoe groot de investeringen zijn”, zegt projectmanager Sara Heinsbroek. In plaats daarvan heeft VBDO gekeken naar de doelstellingen en het risicobesef bij pensioenfondsen.

Lastig rendement halen

Mensen halen niet alleen hout, groente en fruit of duurzame energie uit de natuur. Planten en dieren leveren ook zogenoemde ecosysteemdiensten. Dat is alles van bomen die CO2 opslaan tot bijen die voor bestuiving zorgen en boomwortels die de aarde vasthouden en zo erosie voorkomen. Deze natuurlijke diensten zijn cruciaal voor de economie. Volgens adviesbureau PwC is meer dan de helft van de wereldwijde economie ervan afhankelijk.

Maar het is niet makkelijk voor pensioenfondsen om iets te kunnen betekenen voor biodiversiteit. Zij moeten een financieel rendement halen voor hun spaarders en zijn vooral geïnteresseerd in heel grote projecten, volgens VBDO. Vandaar is het vaak ook lastig voor ze om te investeren in Nederlandse bedrijven die zich inzetten voor soortenrijkdom.

Van der Put vertelt dat het pensioenfonds van PostNL interessante bedrijven in Nederland is tegengekomen. Zoals kleine biodynamische boerderijen en bedrijven die insecten kweken om gewassen te beschermen tegen ziektes. Maar dat brengt financiële risico’s met zich mee. “Onze deelnemers verwachten van ons een bepaald rendement. Grond laten opkopen in Nederland om landbouw die zorgt voor natuurherstel te bedrijven, is te duur”, zegt Van der Put.

Het fonds belegt in biodiversiteit via het Farmland Fund dat het samen met Van Lanschot Kempen heeft opgezet. Het gaat hier om biologische aardappeltelers in de VS, groentekwekers in Denemarken en noottelers in Australië. Dit zijn producenten die door hun manier van landbouw bedrijven, moeten zorgen voor bodemherstel en terugkeer van insecten en micro-organismen.

Bij Naturalis Biodiversity Center in Leiden zijn onderzoekers bezig om het verlies aan soortenrijkdom in Nederland in kaart te brengen

Het aantal dier- en plantensoorten gaat al decennialang achteruit. Investeren om de trend te onderbreken en financieel rendement te halen, is iets voor de lange adem. Juist dat maakt het interessant voor pensioenfondsen. “Veel van onze leden gaan pas over veertig jaar met pensioen en we hoeven ons niet blind te staren op kortetermijnwinsten”, zegt Asha Khoenkhoen van ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland.

Het fonds kondigde eerder dit jaar aan dat het een windpark gaat bouwen in samenwerking met Naturalis. Investeren in de natuur past ook in het verhaal dat veel fondsen aan hun leden willen overbrengen. Of zoals Khoenkhoen het verwoordt: “Ons doel is dat mensen later kunnen genieten van een leefbare wereld.”

De locatie van het ABP-windpark is de Noordzee, 62 kilometer uit de kust bij IJmuiden. Met kunstmatige riffen, turbines die uitschakelen wanneer er veel vogels rondvliegen en het opvangen van zwerfvuil, is het ook de bedoeling om de biodiversiteit in zee te verbeteren. Volgens de huidige plannen staan alles er in 2029.

Share.
Exit mobile version