NOS Nieuws••Aangepast
-
Tobias van der Valk
redacteur Binnenland
-
Sophie Moerland
redacteur Binnenland
-
Tobias van der Valk
redacteur Binnenland
-
Sophie Moerland
redacteur Binnenland
De Algemene Onderwijsbond (AOb) pleit voor een landelijke richtlijn voor het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in de klas. De onderwijsvakbond ziet dat het bewustzijn over AI bij docenten en scholen nog laag is. Ook zijn de kennisverschillen tussen scholen onderling groot wat weer leidt tot extra risico’s”, aldus de AOb.
Zo is het voor leerlingen tegenwoordig eenvoudig om een werkstuk te laten maken door tekstgenerator ChatGPT, is er de dreiging dat techbedrijven invloed krijgen op lesstof en bestaat de kans dat gevoelige data op straat komen te liggen. Al langer waarschuwingen deskundigen om die reden voor de risico’s van het gebruik van apps met generatieve AI in het onderwijs.
Risico’s zijn groot
“We gebruiken AI al in de klas, maar we weten eigenlijk niet goed hoe we er in het onderwijs mee om moeten gaan”, zegt AOb-vicevoorzitter Jelmer Evers. Dat is een probleem volgens de bond. “De risico’s van AI zijn groot. Door het te gebruiken als school maak je het normaal. Dan moet je wel goed weten welke invloed het heeft. Zeker omdat het om kinderen gaat, moet je extra voorzichtig zijn.”
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de impact van kunstmatige intelligentie in het onderwijs. Wel zijn er steeds meer signalen die aantonen dat het wordt gebruikt en dat dat niet zonder risico’s is. Zo liet de NOS vorig jaar zien hoe leerlingen ChatGPT gebruiken voor huiswerkopdrachten zonder dat ze betrapt worden. Ook uitte het College voor de Rechten van de Mens recentelijk zijn zorgen over de toenemende digitalisering in het onderwijs. Die zou kunnen leiden tot meer discriminatie.
Richtlijn
Een duidelijke landelijke richtlijn voor docenten moet helpen het bewustzijn voor dit soort dingen te vergroten, is het idee. Evers: “Sommige techbedrijven hebben een hele slechte staat van dienst als het gaat om ethische standaarden. Wil je wel dat gevoelige leerlingendata daarin terechtkomen? Of moet je dan toch voor een andere aanbieder kiezen?”
Daarnaast moet de richtlijn docenten en leerlingen ook meer praktische handvatten geven voor hoe ze AI kunnen gebruiken. “AI is niet slecht. Het kan heel nuttig zijn. Maar het gaat er heel erg om hoe je het gebruikt. Daar zijn nu nauwelijks kaders voor”, zegt Evers.
“Bij mobiele telefoons zijn we jarenlang veel te afwachtend geweest en nu hebben we een landelijke richtlijn die mobieltjes uit de klas houdt. Daar kunnen we van leren”, zegt Evers.
De AOb werkt momenteel al zelf aan een opzet. De bond wil ook andere organisaties in het onderwijs, zoals het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij de richtlijn betrekken.
‘Begrijp zorgen goed’
Staatssecretaris Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) laat in een schriftelijke reactie in het midden of ze een richtlijn steunt. “AI biedt kansen om het leren te personaliseren en om leraren te ondersteunen bij hun werk. Maar ik zie dat de snelle ontwikkeling van AI tegelijkertijd zorgen oproept”, schrijft ze.
“Ik begrijp die zorgen heel goed. Wat mij betreft ligt de sleutel vooral bij de manier waarop de docent in de klas hiermee omgaat.”
De staatssecretaris benadrukt dat er initiatieven zijn om docenten ‘AI-vaardig’ te maken. Zo is er een expertisepunt digitale geletterdheid voor docenten en worden er gratis AI-cursussen aangeboden via de Nederlandse AI-coalitie.