In samenwerking met
RTV Drenthe
NOS Nieuws•
De politie maakte grote fouten voorafgaand aan de dubbele moord in het Drentse Weiteveen. Dat blijkt uit een evaluatierapport van de politie zelf. Risico’s werden onderschat, een wapenvergunning werd niet ingetrokken en de vele meldingen in de zaak werden niet aan elkaar gelinkt.
Martin Sitalsing, politiechef van de Eenheid Noord-Nederland, zegt dat de politie zijn professionele standaard niet heeft gehaald. “Dat vind ik bijzonder pijnlijk en dat betreur ik”, reageert hij bij RTV Drenthe.
Of de moorden voorkomen hadden kunnen worden, valt niet te zeggen. Wel staat vast dat de politie anders had moeten handelen. Zo werden ongeveer tachtig meldingen gedaan bij de politie, voornamelijk over smaad, intimidatie en bedreiging. Veel meldingen werden opgevat als losse incidenten, waardoor de politie niet goed doorhad dat de ruzie escaleerde.
Verschillende afdelingen werkten te weinig samen en informatie werd niet of niet goed genoteerd. “Elke afdeling legt iets op zijn manier vast. Sommigen leggen helemaal niets vast. Al die signalen zijn nooit bij elkaar gebracht en daar is vervolgens ook geen regie op gevoerd als het gaat het inschatten van risico’s”, aldus Sitalsing.
K. was sinds 2004 in het bezit van een jachtwapenvergunning. In de zomer van 2023 deed zijn vriendin melding bij de politie, omdat K. een hersenaandoening zou hebben waardoor hij overprikkeld kon zijn.
De politie plaatste hem op een speciale lijst voor mensen met een dergelijke vergunning waarbij ‘iets bijzonders’ speelt. Het plan was om bij hem langs te gaan om te kijken of zijn vergunning ingetrokken moest worden, maar zover is het niet gekomen.
Een agent die op basis van een melding bij K. langsging, was niet op de hoogte van de wapenvergunning en vroeg er dus niet naar. Een andere agent, die specifiek verantwoordelijk was voor wapenvergunningen, kreeg geen contact met hem. “Er werd verder geen actie ondernomen,” aldus het rapport.
Tegen K. werden meerdere aangiftes gedaan. Een deel daarvan kreeg geen vervolg. “Dat wordt samen met het Openbaar Ministerie beoordeeld. Toen is besloten dat het onvoldoende prioriteit had of dat er geen strafrechtelijke vervolging mogelijk was,” aldus de politiechef. “Maar pas in de optelsom zie je hoe ernstig de situatie was.”
Stalking
Toen een van de slachtoffers naar de status van een aangifte informeerde, werd gezegd dat die nog in behandeling was. In werkelijkheid was de aangifte echter al afgesloten. De betrokkene voelde zich niet serieus genomen door de politie. De gang van zaken rondom de aangiftes wordt in het rapport als mogelijke oorzaak voor deze indruk gezien.
Er werd ook geprobeerd om aangifte te doen van stalking. Die aangifte werd wel opgenomen, maar niet expliciet als stalking geregistreerd. “Bij stalking draait het meestal om ex-partners, beroemde personen of bijzonder obsessieve gevallen. In dit geval was er sprake van een intens conflict over een woning, waarbij mensen van alles naar elkaars hoofd slingeren. Het aspect van stalking was in deze situatie moeilijker te herkennen.”
Geen zorgmelding
Er werden ook meerdere meldingen bij de politie gedaan omdat er kinderen in het spel waren. Voor hun veiligheid werd gevreesd. Desondanks werd hier geen zorgmelding van gemaakt, terwijl dat wel had gemoeten.
In het rapport staan aanbevelingen voor de politie. Incidenten moeten sneller in een breder verband geplaatst kunnen worden. Ook moet informatie beter worden geregistreerd en moet sneller de samenwerking worden gezocht, niet alleen intern maar ook met externe partijen, zoals het OM en de gemeente.
Op 12 en 13 februari wordt de zaak inhoudelijk behandeld in de rechtbank van Assen. Richard K. heeft bekend de twee mensen te hebben vermoord.