Politie rondom een basisschool Oisterwijk die werd ontruimd nadat een verwarde man naar binnen was gelopen

NOS Nieuws

  • Cas Bergs

    redacteur Binnenland

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

  • Cas Bergs

    redacteur Binnenland

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

De politie wil minder tijd kwijt zijn aan meldingen over verward gedrag. Het aantal meldingen is het afgelopen jaar verder opgelopen, tot bijna 150.000. Vaak gaat het om niet-acute situaties die agenten veel tijd kosten. De politie roept het kabinet daarom dringend op te investeren in de geestelijke gezondheidszorg (ggz).

De politie pleit voor ggz-medewerkers op iedere meldkamer om de telefoontjes te beoordelen, 24-uurs beschikbaarheid van hulpverleners en meer opvangplekken voor mensen met onbegrepen gedrag.

De politie ziet het aantal meldingen over verward gedrag al jaren stijgen. “Ik denk dat 60 procent daarvan niet bij ons thuishoort”, zegt Martin Sitalsing, politiechef Noord-Nederland en portefeuillehouder Zorg en Veiligheid. “We trekken ons echt niet terug bij veiligheidsvraagstukken, maar constateren wel dat veel meldingen bij de ggz of sociale teams van de gemeente horen.”

De politie wil daarom dat naast de brandweer en ambulance ook de ggz een vaste plek krijgt in de meldkamer. Er zijn al eerder proeven geweest met zorgmedewerkers die meldingen beoordelen, maar die experimenten liepen volgens Sitalsing steeds stuk op de vraag wie er voor de kosten moest opdraaien.

Lastig inschatten

Voor de politie is het vaak lastig om de ernst van een situatie in te schatten met een verward persoon, weet Bauke Koekkoek, lector onbegrepen gedrag bij de Politieacademie. “Ze worden getraind om door te vragen, maar het is sterk afhankelijk van de omstander die zelf ook vaak moeilijk de situatie in kan schatten.”

Daarbij kan een ggz-medewerker op de meldkamer een uitkomst bieden. “Dan is er meer toegang tot achtergrondinformatie en kunnen we bijvoorbeeld zien of de persoon in behandeling is bij een zorginstantie of een geschiedenis heeft met onbegrepen gedrag”, zegt Koekkoek, die zelf ook werkt in de crisisdienst.

Doorgeslagen

Behalve hulp bij meldingen over verward gedrag, wil de politie betere geestelijke gezondheidszorg in Nederland. “Het ambulant werken is doorgeslagen”, vindt politiechef Sitalsing. “Mensen moeten zoveel mogelijk in hun eigen omgeving verblijven. Maar de hulpverlening is daar niet in dezelfde mate op afgestemd.”

Sitalsing vindt daarom dat er extra geld moet komen om de hulp aan verwarde personen beter te regelen. “Wij willen 24 uur per dag bereikbaarheid binnen de ggz, zoals ook wij 24 uur per dag bereikbaar zijn voor meldingen.” Ook is het volgens hem belangrijk om meer tijdelijke opvangplekken in te richten.

Dat moet voorkomen dat situaties uit de hand lopen. “Behalve meer meldingen zien we ook een aantal gewelddadige, ernstige incidenten”, zegt Sitalsing. Een voorbeeld is de gijzeling van cafépersoneel in Ede, eerder dit jaar. “Ik sluit ook niet uit dat de verdachte die in Rotterdam drie mensen heeft gedood, een flinke zorghistorie heeft.”

Goed gesprek

De afgelopen tijd zijn er meerdere initiatieven ontplooid om mensen die verward gedrag vertonen beter te helpen. Zo hebben de Nederlandse Spoorwegen sinds afgelopen jaar een speciale medewerker op proef.

Op station Utrecht Centraal ontfermt interventiemedewerker Teun (die met zijn achternaam uit de media wil blijven) zich over mensen met onbegrepen gedrag. “Ik probeer contact te zoeken en hen met een goed gesprek op weg te helpen.”

Eerder kwam er vaak een boa om iemand weg te sturen. “Dat werd nog wel eens verhit waardoor de politie erbij moest komen.” Inmiddels neemt Teun regelmatig de taken over van boa’s en politie. “In goed overleg kunnen zij dan verder, terwijl ik het zelf afhandel en met de persoon in gesprek ga.”

We zitten als maatschappij allemaal met dit probleem en we zullen moeten samenwerken om het op te lossen.

Interventiemedewerker Teun

Over deze aanpak is lector Koekkoek enthousiast. “Boa’s, de politie en andere veiligheidsmedewerkers handelen soms snel vanuit ergernis, boosheid of frustratie omdat ze de zaak graag snel onder controle hebben”, zegt hij. “Deze medewerker legt op een open manier contact en de-escaleert daarmee de situatie.”

Ook Sitalsing onderstreept dat dit soort initiatieven de politie helpt. “Wij zijn er nog steeds als het nodig is, maar worden er niet altijd meer bijgehaald.”

Interventiemedewerker Teun snapt dat omgaan met personen met onbegrepen gedrag geen politietaak is, wanneer deze mensen geen risico vormen. “Maar je moet je ook afvragen of het wel de taak van de NS is. We zitten als maatschappij allemaal met dit probleem en we zullen moeten samenwerken om het op te lossen.”

Volgens Koekkoek is het niet eenvoudig om een goede aanpak te vinden en is echte samenwerking tussen instanties essentieel. “Alleen soms iets aan elkaar doorgeven is niet genoeg.”

Share.
Exit mobile version