NOS Nieuws••Aangepast
De leider van de Spaanse regio Valencia, Carlos Mazón, stapt een jaar na de grote overstromingen op. Als reden voor zijn vertrek noemt hij de manier waarop zijn regering de gevolgen van de watersnood heeft aangepakt.
Op 29 oktober vorig jaar trof een zware regenbui vooral de buitenwijken in het zuiden van de Spaanse stad. Daarbij kwamen 229 mensen om het leven en was er voor miljarden euro’s aan schade.
Sinds de ramp krijgt Mazón veel kritiek, onder meer van de nabestaanden van de slachtoffers. Zij vinden dat hij de ramp in eerste instantie niet serieus nam. Mazón lunchte die dag urenlang met een journalist en zou geen oog hebben gehad voor het natuurgeweld. Daardoor werden bewoners van het gebied te laat gewaarschuwd voor het gevaar.
Ook was er veel commentaar op de hulpverlening na de ramp. Die kwam volgens bewoners van het getroffen gebied moeizaam en traag op gang. Toen de Spaanse koning Felipe samen met premier Sanchez en Mazón het rampgebied bezocht, werden ze bekogeld met modder.
De kritiek op de president bleef het hele jaar aanhouden. Bij de herdenkingsbijeenkomst vorige week werd hij uitgelachen en beledigd door familieleden van de slachtoffers tijdens de minuut stilte. Hij werd uitgemaakt voor moordenaar en klootzak.
In de toespraak waarin Mazón zijn aftreden bekendmaakte, gaf hij toe dat hij de noodtoestand te laat had uitgeroepen en zijn agenda sneller had moeten leegmaken. “Ik weet dat ik fouten heb gemaakt. Ik erken ze en ik zal er de rest van mijn leven mee moeten leven.”
Daarnaast verweet hij de nationale autoriteiten dat die Valencia beter hadden kunnen helpen. Mazón blijft aan totdat er een opvolger is gekozen.










