NOS Nieuws••Aangepast
Na de spectaculaire roof van de Roemeense kunstschatten uit het Drents Museum, afgelopen weekend, neemt de woede over de diefstal in Roemenië steeds verder toe. Premier Marcel Ciolacu zei in een persconferentie dat zijn land onderzoekt of het een schadevergoeding kan eisen, als de objecten niet terugkomen. De Nederlandse autoriteiten zijn volgens hem verantwoordelijk.
In Roemenië klinkt steeds luider de kritiek op de beveiliging rond de tentoonstelling in Assen. Het is voor veel Roemenen onbegrijpelijk dat er geen bewakers aanwezig waren bij de voor Roemenië belangrijke kunstschatten.
Een van de gestolen objecten is de gouden helm van Cotofenesti. Hoewel de waarde in goud uitgedrukt niet veel hoger dan honderdduizend euro ligt, is de culturele waarde voor Roemenië bijna niet uit te drukken. De diefstal van de helm wordt vergeleken met als de Nachtwacht hier in Nederland gestolen zou worden.
Premier Ciolacu begon in zijn verklaring ook over de beveiliging. “Zoals alle Roemenen ben ik woedend dat objecten uit de Roemeense schatten gestolen zijn uit een museum in Nederland waar geen bewakers waren.”
Hij zei in contact te staan met de Nederlandse autoriteiten en waar mogelijk ons land te helpen bij het opsporingsonderzoek.
In Roemenië is ook kritiek op het feit dat de kunstschatten überhaupt zijn uitgeleend. De minister van cultuur zegt dat het contract met het Nederlandse museum onzorgvuldig is opgesteld.
Intussen is het Drents Museum in Assen nog altijd gesloten voor publiek. Het duurt nog tot het einde van de week voordat het de deuren weer kan openen.