NOS Nieuws•
-
Marieke de Vries
redacteur Evenementen
-
Marieke de Vries
redacteur Evenementen
“Onze boerderij op Schiermonnikoog is het laatste huis in Nederland dat is bevrijd. Voor ons duurde de oorlog veel langer.” De 88-jarige Theun Talsma was nog maar een jongen van 9 toen de Canadezen op 11 juni 1945 eindelijk aankwamen op het Waddeneiland Schiermonnikoog, vandaag tachtig jaar geleden. Bijna zes weken na de capitulatie van nazi-Duitsland werden daar de laatste Duitse soldaten verdreven uit Nederland.
De geallieerden hadden de Waddeneilanden links laten liggen tijdens de bevrijding van Nederland. “Ze moesten nog heel West-Nederland ontwapenen. Steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zaten nog vol met Duitsers.”
Gewapende patrouilles
“Die moesten ontwapend worden”, zegt militair deskundige Joël Stoppels. “Logistiek gezien was het dan ook niet gelijk mogelijk om de vijf eilanden te bevrijden én de Duitsers te ontwapenen. Ze dachten dat de mensen daar wel konden wachten.”
En dat wachten duurde lang voor de eilanders. Texel is op 20 mei 1945 als eerste van de eilanden aan de beurt. En Schiermonnikoog pas als laatste, op 11 juni 1945. “Dat was een vreemde situatie. De Duitsers waren nog de baas. Ze patrouilleerden gewapend over de eilanden. Terwijl de eilanders aan de overkant van de Waddenzee de Nederlandse vlag zagen wapperen op kerken”, zegt Stoppels.
Het gezin van Theun Thalsma viert de bevrijding niet in hun eigen boerderij. Ze wonen de laatste maanden van de oorlog in een huisje in het dorp. Want al is de oorlog op het eiland mild verlopen, aan het eind wordt het toch nog grimmig.
Een groep beruchte nazi’s vlucht vanuit Groningen naar Schiermonnikoog. De geallieerden zitten hen op de hielen en ze hopen via het eiland nog naar Duitsland te kunnen. Hun vlucht loopt vast in de boerderij van de familie Talsma, waar ze worden ondergebracht.
“Wij moesten weg. We wilden niet, maar we hadden geen keus. Mijn vader ging tweemaal per dag terug naar de boerderij om de koeien te melken. En dan zag hij die beulen lopen door zijn huis en over het erf. Vreselijk was dat”, zegt Talsma.
Geen krijgsgevangenen
De mannen en vrouwen, Nederlandse en Duitse SS’ers, zijn in het noorden berucht. Ze martelden verzetsstrijders, schoten mensen dood en pakten Joden op. Tot eind mei blijven ze op het eiland. Ze vertrekken als ze horen dat ze als krijgsgevangenen zullen worden behandeld. Maar dat gebeurt niet. Ze krijgen lange gevangenisstraffen.
De mensen op Schiermonnikoog halen opgelucht adem als de SS’ers weg zijn. Maar ook dan is de oorlog nog niet voorbij. In de bunkers verspreid over het eiland zitten nog honderden Duitse soldaten.
Die vertrekken pas na de komst van de Canadezen. Theun Thalsma is blij als hij met zijn familie weer terug kan naar hun boerderij. Hij blijft er wonen, tot op de dag van vandaag. Hij herinnert zich hoe mooi het was dat hij als jonge jongen ineens weer overal kon spelen.
“Een groot deel van het eiland was tijdens de oorlog Sperrgebiet, verboden terrein. En nu konden we de duinen weer in en naar het strand. Daar mochten we eerst niet komen. In mijn jonge jaren zat het eiland altijd vol met Duitse soldaten. Nu bleven de bunkers leeg achter.”