NOS Nieuws•
Lhbti’ers met een kinderwens kloppen steeds vaker aan bij een stichting die hen kan helpen. De stichting Meer dan Gewenst probeert vragen van zogeheten regenboogwensouders te beantwoorden.
Infodagen van de stichting zijn in grootte gegroeid. Jaren geleden kwamen enkele tientallen belangstellenden, afgelopen week waren het er 175.
Er komen allerlei stellen én singles op af: alleenstaande vrouwen en mannen, vrouwenkoppels, mannenstellen, trans personen, stellen met een derde wensouder en nog veel meer. Allemaal hebben ze dezelfde vraag: welke mogelijkheden zijn er voor ons? En hoe makkelijk of moeilijk is het om de kinderwens te laten uitkomen?
‘Grootste cadeau’
Marije Severs, Christian Gladel en Marco Peters hebben het traject inmiddels achter de rug. Ze hebben drie kinderen en een co-ouderschapsregeling. Dat betekent dat de kinderen de helft van de tijd bij hun moeder zijn en de andere helft bij hun vaders.
Alle drie hadden ze een kinderwens. “Ik was alleenstaand, maar wilde het niet helemaal alleen doen”, zegt Severs erover. Ook de mannen wilden kinderen. Co-ouderschap sprak hen het meeste aan. Met Severs was er een klik en besloten ze om ervoor te gaan. Gladel noemt de kinderen het grootste cadeau van zijn leven.
Geen juridisch ouder
Maar nadelen zijn er ook. Volgens de Nederlandse wet kunnen maximaal twee mensen juridisch gezien ouder zijn van een kind. In enkele Amerikaanse staten en Canadese provincies zijn daarop uitzonderingen mogelijk, hier vooralsnog niet.
Severs, Gladel en Peters moesten dus kiezen. “Niet fijn”, zegt Peters, die geen juridisch ouder is. Voor zijn kinderen is hij gewoon een van de papa’s, maar voor bijvoorbeeld instanties ligt dat anders.
“Als ik met mijn kind in het ziekenhuis terechtkom, kan ik geen beslissingen nemen voor mijn kind.” Ook oudergesprekken op school, officiële documenten aanvragen of het regelen van geboorte- en ouderschapsverlof zijn geen vanzelfsprekendheid als je voor de wet geen ouder bent.
Veel vragen
Zo zijn er voor regenbooggezinnen vraagstukken waar een heterostel doorgaans niet mee te maken krijgt. Voor welke gezinsvorm kies je? Als je in zee wil gaan met een draagmoeder, hoe vind je die dan? Openbaar een oproep doen is verboden. Of als je kiest voor een zaaddonor, wil je dan sperma van iemand die je kent of van een donorbank?
“Er is een enorme behoefte aan informatie”, zegt Sara Coster van Meer dan Gewenst, die meehelpt op de infodagen. “Mensen komen met tien vragen binnen en gaan er met honderd weg. Maar dat helpt ze wel verder.”
Bij de dagen gaat veel aandacht uit naar de verschillende gezinsvormen die mogelijk zijn. Opties zijn onder meer co-ouderschap, draagmoederschap, eicel- of zaaddonorconceptie, adoptie en pleegzorg.
Ervaringsdeskundigen delen hun verhaal, er zijn groepssessies waarbij je je verdiept in de vorm van je voorkeur en deskundigen vertellen over de psychosociale kant en het familierecht. Ook het ontmoeten van mensen die met dezelfde vragen zitten is voor deelnemers belangrijk.
Wet laat op zich wachten
Ze zitten niet alleen vol vragen. Er is ook frustratie, vooral over het juridische deel. Dat in een meeroudergezin een van de ouders niet dezelfde rechten heeft als de andere twee, is voor de betrokken vaders en moeders moeilijk te verkroppen, zegt Coster. “Een staatscommissie stelde in 2016 unaniem voor om dit te regelen. Toch is er nog steeds geen wetgeving.”
Meer dan Gewenst doet een beroep op politiek Den Haag om haast te maken met een wetswijziging. Het familierecht hobbelt nu achter de realiteit van het gezinsleven aan, zegt ze. Ook is zo’n wijziging in het belang van het kind. “Kinderen die opgroeien in deze gezinnen verdienen dezelfde bescherming van ouders als andere kinderen.”