Rebellen in de buitenwijken van Aleppo

NOS NieuwsAangepast

Rebellen van de Syrische militie HTS boeken onverwachte successen in de strijd tegen het leger van president Assad. De militie heeft Aleppo bereikt, de op een-na-grootste stad van Syrië. De afgelopen dagen rukten de militanten op vanuit de noordelijke provincie Idlib en hebben zeker 50 dorpen veroverd.

De opstandelingen hebben in Aleppo autobommen tot ontploffing gebracht en zijn de confrontatie aangegaan met Assads troepen in het westen van de stad, melden bronnen ter plaatse aan persbureau AP.

Syrische autoriteiten hebben het vliegveld van Aleppo afgesloten en alle vluchten zijn geannuleerd, dat meldt een militaire bron aan persbureau Reuters.

Opstandelingen

Bewoners zijn op de vlucht geslagen om aan de granaten en het geweervuur te ontkomen. Volgens het officiële Turkse persbureau Anadolu zouden er al opstandelingen in het centrum van Aleppo zijn. Ten zuiden van de stad veroverden ze de strategisch gelegen voorstad Saraqeb, waarlangs snelwegen naar Damascus en de kust lopen.

Het regeringsleger zegt buiten de stad strijd te hebben geleverd met opstandelingen en drones en zwaar materieel te hebben vernietigd. Volgens het leger verspreidt HTS valse informatie over de opmars. Het leger heeft bezworen terug te zullen slaan.

Beelden van de HTC-rebellen in gevecht met het regeringsleger bij Aleppo:

Syrische militie in gevecht met regeringsleger, rukt op tot in Aleppo

Geen tegenaanvallen

Het is voor het eerst sinds 2016 dat er zware gevechten in Aleppo zijn. Toen werd de oppositie verdreven door het regeringsleger, met steun van Rusland en Iran. Van grootscheepse tegenaanvallen lijkt nu geen sprake.

Er zijn berichten over regeringstroepen die de strijd niet aangaan, maar zich terugtrekken voor de oprukkende opstandelingen. Op sociale media roepen de rebellen de regeringstroepen op zich over te geven.

Het offensief vanuit Idlib volgt op wekenlange aanvallen van regeringstroepen op gebieden die worden bezet door tegenstanders van het Syrische regime. Die aanvallen worden gezien als een inbreuk op het staakt-het-vuren, dat al ruim vier jaar standhoudt. Turkije heeft de afgelopen tijd tevergeefs geprobeerd met diplomatieke middelen de regeringsaanvallen te stoppen.

Zorgen in Rusland

HTS, geworteld in de Syrische tak van Al Qaida en een van de grootste strijdgroepen in Syrië, besloot daarop deze week een beperkt offensief in te zetten, gericht op het herstellen van de grenzen van een de-escalatiezone in het noorden van het land. Dat offensief richting Aleppo, waar de regeringsaanvallen vandaan kwamen, verliep sinds woensdag zo voorspoedig dat het werd doorgezet.

Assads bondgenoot Rusland lijkt zich zorgen te maken over de ontwikkelingen rond Aleppo. Moskou wil dat de regering snel ingrijpt. “We dringen er bij de Syrische autoriteiten op aan zo snel mogelijk orde op zaken te stellen”, zei Kremlin-woordvoerder Dmitry Peskov. “Dit is een inbreuk op de Syrische soevereiniteit in de regio.”

Door het opgelaaide geweld zijn duizenden mensen op de vlucht geslagen. Volgens de VN zijn zeker 14.000 mensen weggetrokken. Die zijn veelal op zichzelf aangewezen, omdat veel hulporganisaties vanwege het geweld in Syrië hun werk hebben opgeschort. Zo zijn in Idlib voedselprojecten stopgezet en zijn medische faciliteiten onderbezet.

Share.
Exit mobile version