NOS Nieuws•
Het klinkt tegenstrijdig, maar Rijkswaterstaat gaat op Texel tien enorme gaten in de duinen graven om te voorkomen dat de stijging van de zeespiegel grote schade aanricht op het eiland.
De bedoeling van de gaten (ook wel kerven genoemd) is dat de zeewind het zand vanaf het strand verder de duinen in verspreidt. Zo kunnen de duinen meegroeien met de stijgende zeespiegel, meldt NH. Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer verwachten ook positieve effecten voor de natuur op Texel.
Vooral de zuidwestkust van Texel wordt bedreigd door klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel. Al bijna 35 jaar verdedigt Rijkswaterstaat dat stukje eiland met het opspuiten van extra zand. Maar zandsuppleties zijn relatief duur en helpen lang niet altijd. Eén storm kan al het zand weer wegspoelen.
Vanaf 2021 werken de provincie, Rijkswaterstaat, de gemeente, het Hoogheemraadschap en bewoners aan een duurzamere oplossing. Daarbij is onder meer gedacht aan een mega-zandsuppletie of een strekdam. Ook de natuur z’n gang laten gaan, was een optie.
Duurzamere oplossing
De oplossing waar nu voor wordt gekozen, is het graven van de gaten, gecombineerd met het aftoppen van de hoogste duinen. Omdat er in Nederland meestal een zuidwestenwind staat, zouden de duinen na het slaan van de gaten veel sneller kunnen groeien dan nu.
Waar de tien gaten gaan komen, is nog niet bekend. De kerven worden in ieder geval zo ontworpen, dat de bodem meters boven zeeniveau ligt, geeft Staatsbosbeheer aan. Zo kan er geen zeewater het achterland instromen.
Bij die oplossing hoort wel dat er een permanente plek komt voor een aantal strandpaviljoens. Nu moeten de eigenaren hun strandtent nog regelmatig verplaatsen. Dat jaagt ze niet alleen op kosten, het levert ook onzekerheid op. Het kan zo maar gebeuren dat een paviljoen bij hoogtij of een verkeerde windrichting in zee staat.
In samenspraak gaan de ondernemers bekijken waar ze veilig en droog kunnen werken. Wethouder Rikus Kieft (GroenLinks): “Wat dit traject bijzonder maakt, is hoe alle partijen, de gemeente, het Hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat en de paviljoenhouders, echt over hun eigen grenzen heen hebben gekeken.”
Blauwe kiekendief
Tegelijk met het graven van de gaten, stopt Rijkswaterstaat met de vrijwel continue zandsuppleties. Vanaf 2027 wordt er nog maar eens in de vier tot zes jaar een grote hoeveelheid zand opgespoten. De komende maanden wordt dat plan verder uitgewerkt. “Door minder vaak zand voor de kust te storten, wordt het bodemleven en ook de strandrecreatie minder verstoord”, zegt Rijkswaterstaat.
Staatsbosbeheer wees er eerder al op dat het kalkrijke zand een belangrijke voedingsbodem vormt voor bijzondere planten en dieren in de duinen. Boswachter Thomas van der Es denkt vooral aan de noordse woelmuis, de tapuit en de blauwe kiekendief.
“We willen het ecosysteem terugbrengen naar de jaren zestig en zeventig,” aldus de boswachter. “Toen kwamen die soorten hier nog veel voor. De blauwe kiekendief is nu de zeldzaamste broedvogel van Nederland. Er zijn nog maar twee broedparen, waarvan één op Texel.”