Het hoofdkantoor van de AIVD in Zoetermeer

NOS Nieuws

De Nederlandse inlichtingendiensten hebben tussen 2019 en 2022 meermaals journalisten in het buitenland ingezet als agent. Dat bevestigt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in een vandaag verschenen rapport.

Volgens de toezichthouder hadden de diensten onvoldoende aandacht voor de veiligheid van de journalisten en hun bronnen. Het lijkt vooral te gaan om Nederlandse journalisten in landen in het Midden-Oosten.

De toezichthouder wil dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) binnen zes maanden met nieuw beleid komen om de problemen op te lossen.

Als de diensten dat niet doen gaat de CTIVD in gesprek met de verantwoordelijke ministers en het parlement. Secretaris-directeur van de CTIVD Kristel Koese verwacht niet dat dat nodig zal zijn.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft in een korte reactie aan het rapport volledig te onderschrijven. “De journalistiek is een onmisbare en belangrijke pijler in onze democratie. Journalistieke onafhankelijkheid is hierbij essentieel.” Het ministerie vind dat de veiligheid al voldoende was, maar wel beter kan.

Veiligheid van journalisten

Koese legt uit dat het voornamelijk fout is gegaan bij het vastleggen van afspraken over de veiligheid. Koese: “De diensten zijn verplicht dit te doen vanwege zorgplicht die ze hebben voor de veiligheid van de journalisten.”

Over de veiligheidsrisico’s voor bronnen van journalisten zijn de zorgen groter bij de toezichthouder: “We hebben gezien dat er op dat punt helemaal geen beleid is bij beide diensten. Het kan hier gaan om situaties van leven of dood.”

‘Heel zorgelijk’

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) noemt het rapport heel zorgelijk. Algemeen secretaris Thomas Bruning vindt het bovendien een incompleet rapport: “Het vervelende is dat er geen aantallen in het rapport staan. We hebben dus geen idee hoe vaak dit gebeurt.”

Als het aan de NVJ ligt wordt het inzetten van journalisten zo snel mogelijk verboden voor de diensten; alleen in het uiterste geval zou het wat de NVJ betreft mogen.

De verantwoordelijkheid ligt volgens Bruning zowel bij de inlichtingendiensten als journalisten zelf: “Als journalist moet je je nooit voor het karretje van de overheid laten spannen, dan ben je je geloofwaardigheid kwijt. Maar het is ook kwalijk dat de overheid niet beseft dat journalisten alleen kunnen functioneren als ze onafhankelijk zijn.”

Signalen

In het verleden hebben journalisten zich enkele keren gemeld bij de NVJ. Bruning: “Vooral tijdens de Olympische Spelen in China kregen we veel signalen van journalisten. Hun werd dan om info gevraagd.”

De CTIVD zegt in het rapport ook dat er journalisten benaderd zijn door diensten zonder dat ze wisten met wie ze spraken. Bruning: “Dan doet een medewerker van de AIVD of MIVD zich bijvoorbeeld voor als iemand van de ambassade.”

De CTIVD vindt dat niet wenselijk: “Als je met journalisten spreekt is het belangrijk dat je die zo snel mogelijk volledig informeert. Hierdoor kunnen zij zelf beslissen of ze verder willen praten.” Overigens zegt de CTIVD dat de diensten journalisten nooit onder druk hebben gezet om mee te werken.

Toestemming door minister

De CTIVD denkt dat er met nieuw beleid veel opgelost kan worden bij de diensten maar de NVJ is daar dus niet gerust op. Bruning zegt daarover: “Er blijkt niet uit het rapport dat de diensten zich bewust zijn van de kwetsbaarheid van onze beroepsgroep en de schade die ze onze beroepsgroep toebrengen.”

De algemeen secretaris snapt dat journalisten ingezet worden in ultieme noodsituaties: “In die gevallen moet er wat ons betreft wel eerst toestemming gegeven worden op het hoogste niveau, door de minister van Binnenlandse Zaken.”

In 2022 heeft de NVJ haar zorgen al eens geuit bij de minister. “Het is zeer teleurstellend dat er niets is veranderd”, aldus Bruning.

Share.
Exit mobile version