NOS Nieuws•
Hij omschreef zichzelf in juni, in een afscheidsinterview in Het Parool, nog als “een beetje een rare schrijver”. Nooit had hij namelijk een groot publiek gekregen of was hij het onderwerp van jubelende recensies. Toch zagen uitgevers naar eigen zeggen “altijd iets” in datgene wat de vrijdag overleden Guus Luijters wilde schrijven. De Amsterdamse schrijver en dichter overleed op 81-jarige leeftijd.
Tot zijn dood bleef hij schrijven over wat hij belangrijk vond. Zo deed hij jarenlang onderzoek naar de rol die vervoersbedrijf GVB had gespeeld in de deportatie van Joodse Amsterdammers. Het onderzoek resulteerde in de boek en documentaire ‘De Verdwenen Stad’, waarin werd onthuld dat zo’n 48.000 van de 77.000 vermoorde Joodse Amsterdammers met trams van het GVB naar de treinstations zijn vervoerd. GVB kreeg een vergoeding voor elke rit.
“Ik wilde zeggen schandalig, maar het is onbegrijpelijk”, zei Luijters vorig jaar nog tegen AT5 over zijn ontdekking. De gemeente en het GVB besloten kort na de onthulling om het geld te doneren dat verdiend is door trams aan de nazi’s te verhuren voor deportatie van Amsterdamse Joden.
Luijters werd in 1943 geboren tijdens de Duitse bezetting en trok zich het lot van de 18.000 vermoorde Nederlandse Joodse kinderen bijzonder aan. Hij werkte zeven jaar lang aan het boek ‘In Memoriam’, waarin hij alle vermoorde Joodse, Roma en Sinti-kinderen een gezicht probeerde te geven. Zo wist hij van alle kinderen de naam en sterfdatum te achterhalen en van 3000 kinderen foto’s.
‘Rare schrijver’
Samen met het Stadsarchief maakte hij een tentoonstelling met duizenden foto’s en teksten. “Het was de bedoeling dat ze van de aardbodem verdwenen, maar dat zal nooit meer lukken want ze staan in een boek”, zei Luijters. “Baby’s, kinderen van 0 jaar, 1 of 10 jaar, voor wie het leven nog moest beginnen. En toen zijn ze doodgemaakt.”
Naast zijn boeken en dichtbundels schreef hij 48 jaar lang recensies en columns voor Het Parool. Luijters leed aan uitgezaaide blaaskanker en gaf afgelopen zomer een afscheidsinterview in die krant. Daarin zei hij: “Ik ben een beetje een rare schrijver geworden, ik heb nooit een groot publiek gekregen. En ik werd slecht gerecenseerd. Meestal heb je een van de twee: of goede recensies of veel lezers. Ik had geen hoge oplages en altijd slechte kritieken. Toch hebben uitgevers altijd iets gezien in wat ik wilde schrijven.”
Luijters kreeg vorig jaar de Andreaspenning van de stad Amsterdam en een oorkonde van het Holocaust Museum Yad Vashem in Jeruzalem voor zijn werk.