Op 29 december 2024 crashte het toestel van Jeju Air in de Zuid-Koreaanse stad Muan.

NOS Nieuws

Onderzoekers hebben bewijs gevonden dat een verongelukt Zuid-Koreaans passagiersvliegtuig met vogels in botsing is gekomen. In de twee motoren van het toestel van Jeju Air zijn veren en bloedsporen van vogels gevonden, staat in een voorlopig onderzoeksrapport naar de dodelijke vliegramp van eind vorige maand.

Uit DNA-onderzoek blijkt dat de veren en bloedsporen afkomstig zijn van de Siberische taling. Die eendensoort broedt in het noordoosten van Rusland en overwintert onder meer in Zuid-Korea.

Het onderzoek naar de oorzaak van ramp is nog niet afgerond. Zo wordt in het rapport niet duidelijk waarom het vliegtuig landde zonder dat het landingsgestel was uitgeklapt. Ook blijft het de vraag waarom de spraak- en datarecorder ongeveer vier minuten voor de ramp stopten met opnemen van vluchtgegevens en stemmen uit de cockpit.

Voorafgaand aan de dodelijke ramp werden de piloten door de luchtverkeersleiding gewaarschuwd voor vogels in de omgeving. In het rapport staat dat op camerabeelden is te zien dat een groep vogels in de buurt van het toestel kwam.

Het moment waarop het vliegtuig crasht. De beelden kunnen als schokkend worden ervaren:

Het moment waarop het vliegtuig in Zuid-Korea crasht

Bij de vliegramp eind december vorig jaar vielen 179 doden. Alleen twee bemanningsleden werden levend uit het toestel gehaald. Het passagierstoestel van Jeju Air was onderweg van de Thaise hoofdstad Bangkok naar de Zuid-Koreaanse stad Muan.

Toen het vliegtuig wilde landen klapte het landingsgestel niet uit, schoot het toestel met hoge snelheid door en botste tegen een betonnen muur, waarna het in brand vloog.

Share.
Exit mobile version