NOS Nieuws•
-
Annabel van Gestel
redacteur Online
-
Annabel van Gestel
redacteur Online
Sinds Israël een grondoffensief is begonnen in Libanon, is het meermaals tot een confrontatie gekomen met de blauwhelmen van de VN-vredesmissie Unifil in het zuiden van Libanon. Wat is dit voor troepenmacht en wat betekent de aanwezigheid van de VN-missie in het conflict?
1. Wat is Unifil?
De United Nations Interim Force in Libanon (Unifil) is een door de VN-Veiligheidsraad opgerichte vredesmissie die al ruim 46 jaar opereert in Zuid-Libanon. Sinds de eerste blauwhelmen in 1978 in het gebied arriveerden, is hun opdracht de vrede in het gebied handhaven en de soevereiniteit van Libanon waarborgen.
In 1982 viel Israël voor een tweede keer Libanon binnen, ondanks de aanwezigheid van Unifil. Israël wist Palestijnse militante groepen als de PLO uit Libanon te verdrijven en hield vervolgens nog achttien jaar delen in het zuiden van Libanon bezet. De oorlog was tegelijkertijd een voedingsbodem voor nieuwe groeperingen, waaronder Hezbollah.
“Van het beschermen van de Libanese soevereiniteit kwam in die jaren niet veel terecht, een deel van het land was bezet door Israël”, zegt Nora Stel, universitair docent conflictstudies aan de Radboud Universiteit. Daarnaast weigerde Hezbollah zich te ontwapenen, wat ook een van de Unifil-doelstellingen was.
In 2006 brak opnieuw oorlog uit, waarna de troepenmacht van Unifil van zo’n 2000 naar 15.000 soldaten ging. Ook de opdracht werd uitgebreid: de blauwhelmen moesten een bufferzone creëren tussen de Litani-rivier in Libanon en de Blauwe Lijn: de officieuze grens tussen Libanon en Israël. Sinds 2006 is belangrijkste taak van Unifil het monitoren van vijandigheden tussen de partijen en daarover rapporteren aan de VN-Veiligheidsraad.
2. Hoe kijken Hezbollah en Israël naar Unifil?
Hezbollah en Israël zijn nooit enthousiast geweest over de VN-vredesmissie, zegt Libanonkenner Stel. “Volgens Hezbollah is Unifil er vooral om de veiligheidsbelangen van Israël te dienen. Israël vindt dat Unifil niet genoeg weerstand biedt aan Hezbollah.”
Die scepsis gold lange tijd ook voor de Libanese bevolking, zegt Stel, maar met de huidige escalatie van het conflict is dat veranderd. “Hoewel veel Libanezen gedesillusioneerd zijn door de passieve houding van Unifil, is het toch zo dat van de simpele aanwezigheid van de blauwhelmen een bepaalde de-escalerende werking uitgaat. Ik denk dat bij veel Libanezen nu het idee heerst dat de situatie nog veel erger zou zijn als Unifil er niet was.”
De Israëlische premier Netanyahu beschuldigt Hezbollah er intussen van Unifil-troepen als menselijk schild te gebruiken. Hezbollah zou expres opereren in de buurt van Unifil-posities zodat ze daar niet worden aangevallen. In een tv-toespraak richtte Netanyahu zich gisteren tot VN-baas Guterres: “Jullie weigering om de Unifil-soldaten weg te halen, maakt hen gijzelaars van Hezbollah.”
3. Wat is de rol van Unifil nu?
In de decennia dat Unifil actief is in Libanon, kon het één ding niet: terugvechten. Niet tegen aanvallen van militante bewegingen als Hezbollah en niet tegen de invasies van Israël. Ook nu is de vredesmacht er niet toe uitgerust om zelf de wapens op te pakken.
Toch is de Unifil-aanwezigheid heel belangrijk, zegt Midden-Oostendeskundige Kawa Hassan, verbonden aan de Amerikaanse denktank Stimson Center. “Als Unifil weggaat, is er nul internationaal toezicht op wat er gebeurt in dat gebied. De blauwhelmen zullen de oorlog niet kunnen stoppen, maar ze zijn wel de enigen in het gebied die de aanvallen van Israël nauwkeurig kunnen bijhouden. Israël wil Unifil weghebben, zodat het vrij spel krijgt.”
Ook Libanonkenner Stel denkt dat de aanwezigheid van Unifil niet voor niets is. “De zone waarin Unifil actief is, heeft lange periodes van relatieve kalmte gekend. Dat kwam mede door de aanwezigheid van de blauwhelmen. Ze hebben niet kunnen afdwingen dat Hezbollah zich terugtrok of kunnen voorkomen dat Israël weer de grens overstak, maar op klein, dagelijks niveau heeft het wel de-escalerend gewerkt.”
Correspondent Daisy Mohr sprak met de enige Nederlander bij Unifil in Libanon:
Nederlandse blauwhelm in Libanon: ‘Gevechten komen dichterbij, maar ik ga niet naar huis’
4. Israëlische aanvallen op Unifil
De afgelopen week maakte Unifil meerdere keren melding van een confrontatie met het Israëlische leger. Gisterochtend ramden twee Israëlische tanks een poort van een VN-post in het grensdorp Ramyah. Het Israëlische stelde dat het per ongeluk gebeurde toen de tank gewonde Israëlische militairen probeerde te evacueren.
Een paar dagen eerder beschoot Israël het Unifil-hoofdkwartier in Naqoura. Daarbij raakten twee blauwhelmen gewond. Ook zou Israël een Unifil-uitkijktoren hebben beschoten, waarbij camera’s, verlichting en communicatiesystemen beschadigd zouden zijn geraakt. Ook daarbij vielen twee gewonden.
Israël claimt dat de aanvallen waren gericht op tunnels van Hezbollah. Het Israëlische leger liet gisteren aan journalisten de ingang van een tunnel zien op enkele honderden meters van een Unifil-positie. Volgens Israël is het een bevestiging dat Hezbollah Unifil als schild gebruikt.
Hoogleraar militair recht Marten Zwanenburg zet er vraagtekens bij dat de aanvallen op VN-posities puur nevenschade was. “Israël heeft observatie-apparatuur geraakt, een tank is een VN-post binnengereden. Dat lijken mij geen bij-effecten van het schieten op tunnels.”
Ook Midden-Oostendeskundige Hassan en Libanonkenner Stel denken niet dat de aanvallen op de VN-posities per ongeluk waren. Stel: “Israël weet dat het Libanese leger hen niet kan tegenhouden, dat Hezbollah militair verzwakt is. Ondanks de verwoesting die we nu zien in Zuid-Libanon, zorgt de aanwezigheid van Unifil er toch voor dat het Israëlische leger minder rigoureus kan huishouden dan het zou willen.”
5. Wat zijn de juridische gevolgen?
In een reactie op de aanvallen op de Unifil-posities zegt VN-baas Guterres dat Unifil-troepen actief zullen blijven in het gebied. Hij benadrukt dat aanvallen op Unifil-terrein oorlogsmisdaden kunnen zijn.
Dat zegt ook hoogleraar militair recht Zwanenburg. “De belangrijkste regel in het oorlogsrecht is dat strijdende partijen alleen strijders van de tegenpartij mogen aanvallen, dus niet burgers. VN-medewerkers zijn ook burgers, want ze maken geen deel uit van de strijdende partijen. Dat betekent dat Israël ze niet bewust mag aanvallen en ook maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat ze niet geraakt worden, ook niet als nevenschade.”
Het aanvallen van burgers is niet alleen een schending van het oorlogsrecht, maar ook een oorlogsmisdrijf waarvoor daders individueel strafrechtelijk vervolgd kunnen worden, legt Zwanenburg uit. “Als dit bewust is gedaan, zou dus ieder land de Israëliërs die ervoor verantwoordelijk zijn, kunnen aanklagen.”