NOS Nieuws••Aangepast
-
Charlotte Boström
Redacteur Economie
-
Charlotte Boström
Redacteur Economie
De Amerikaanse president Donald Trump vindt “importheffing het mooiste woord in het woordenboek”, en dat laat hij ook blijken. Hij zet importheffingen in om van alles voor elkaar te krijgen, van het stoppen van de instroom van drugs en migranten tot meer banen en spullen met een Made in the U.S.A.-sticker.
Wat is het nut van deze heffingen en wie betaalt uiteindelijk de rekening? Vijf vragen en antwoorden.
Wat is een importheffing?
Een importheffing, ofwel handelsbarrière of importtarief, is een belasting die bedrijven moeten betalen aan de overheid als ze goederen importeren uit een ander land.
In het geval van de nieuwe Amerikaanse importheffingen tegen Canada, Mexico en China moeten Amerikaanse bedrijven dus belasting en importheffingen betalen aan de Amerikaanse overheid. Het directe effect is hogere prijzen voor Amerikaanse bedrijven.
Waarom houdt Trump zich zo bezig met importheffingen?
De Amerikaanse president zet (het dreigement van) heffingen in om uiteenlopende zaken te bereiken. De nieuwe heffingen tegen China, Mexico en Canada moeten volgens hem ertoe leiden dat er minder fentanyl en migranten de VS binnenkomen uit die landen. Vanmiddag heeft Mexico – na een telefoongesprek tussen Trump en de Mexicaans president Sheinbaum – een maand uitstel gekregen in ruil voor grensbewaking.
Trump wil ook importheffingen opleggen aan de EU. Naar eigen zeggen omdat “Europa de VS heel slecht heeft behandeld” en niet genoeg goederen uit Amerika heeft geïmporteerd. Importheffingen op Europese goederen moeten ervoor zorgen dat Europese producten duurder worden in de VS, waardoor de vraag naar Amerikaanse producten moet stijgen en er nieuwe fabrieken en banen zullen ontstaan in de VS.
Onder de streep moet dit ertoe leiden dat de handelsbalans tussen Europa en de VS verandert, aldus het Witte Huis. De VS importeert al jaren meer spullen uit de EU dan andersom, uitgedrukt in euro’s. “Ze kopen onze agrarische producten niet, ze kopen onze auto’s niet maar ze sturen wel massaal hun auto’s onze kant op”, zei Trump recent. De negatieve handelsbalans van de VS tegenover de EU omschrijft hij als “heel erg oneerlijk”.
En gaat dit lukken?
Het korte antwoord volgens economen: nee.
In theorie zouden hogere prijzen op geïmporteerde goederen ervoor kunnen zorgen dat er meer vraag is naar Amerikaanse producten, zegt Lize Nauta, econoom bij de Rabobank. Maar in de praktijk komen onderdelen bij het maken van producten vaak uit zo veel verschillende landen dat het in principe onmogelijk is om alles uit eigen land te halen.
Nauta neemt chips of halfgeleiders als voorbeeld. “Taiwan kan heel goed en efficiënt bepaalde onderdelen produceren die de bedrijven in de VS en Europa kopen om chips te maken. Als Europese of Amerikaanse bedrijven die onderdelen zelf zouden gaan maken, zou het ontzettend duur worden. In principe onbetaalbaar.”
Uit economisch oogpunt pakken importtarieven “voor niemand goed uit”, zegt Nauta. Ze zorgen alleen maar voor hogere prijzen. Wat Trump wel doet, is handelstarieven gebruiken om aan de onderhandelingstafel te komen.
Wie betaalt de rekening?
Deskundigen zijn het erover eens dat de Amerikaanse consument die prijs zal moeten betalen. Dat zag je al tijdens Trumps eerste vier jaar in het Witte Huis, zegt Martijn Schippers. Hij is verbonden aan advieskantoor EY en de Erasmus Universiteit. “Amerikaanse bedrijven die goederen importeren, kunnen die importheffingen aan iemand doorbelasten. En dat zullen ze doen: aan de Amerikaanse burgers, als ze nu iets kopen uit bijvoorbeeld Canada.”
De redenatie dat handelstarieven leiden tot meer vraag naar Amerikaanse producten is volgens economen een heel versimpeld beeld. Toch gaat Trump hiermee door. Dat beleidsmakers niet alleen naar de economische logica kijken, is de nieuwe realiteit, volgens Nauta. “We weten dat protectionisme en importheffingen het alleen maar duurder maakt voor iedereen. Maar door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne hebben we ook geleerd dat je heel erg kwetsbaar bent door mondiale toeleveringsketens. Het is een evenwichtsoefening.”
Zitten we nu in een handelsoorlog?
In het geval van de VS versus Mexico, China en Canada is het antwoord ja. Kaja Kallas, de buitenlandchef van de EU, noemde het vandaag een trans-Atlantische handelsoorlog.
“Er is sprake van een handelsoorlog als een land hoge handelsbarrières oplegt aan een ander land om iets voor elkaar te krijgen, en het drukmiddel zorgt niet voor een onderhandeling maar dat de ander terugslaat”, zegt Nauta. “En dat is wat we nu zien met de tegenbeweging van Canada.” Voor Europa geldt dat nog niet.