NOS Nieuws•
-
Ewoud Kieviet
politiek verslaggever
-
Rob Koster
verslaggever Economie
-
Ewoud Kieviet
politiek verslaggever
-
Rob Koster
verslaggever Economie
De Tweede Kamer heeft ingestemd met een nieuwe warmtewet die de ontwikkeling van warmtenetten en stadsverwarming uit het slob moeten trekken. Zowel nieuwe als bestaande warmtebedrijven moeten voor meer dan 50 procent in handen komen van de overheid. De overheid probeert op deze manier het vertrouwen te winnen van toekomstige gebruikers van warmtenetten.
Op dit moment zijn gebruikers van stadverwarming vaak relatief duur uit. Huishoudens die gebruikmaken van een warmtenet zitten in tegenstelling tot mensen die gas en elektriciteit gebruiken vast aan één aanbieder.
Het meerderheidsaandeel van de overheid moet ervoor zorgen dat de monopoliepositie van een warmtebedrijf niet leidt tot te hoge prijzen voor huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet. “Vandaag is een enorme stap gezet richting de toekomst van warmtenetten,” zegt demissionair klimaatminister Hermans in een reactie.
Redelijke prijs voor warmte
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet als toezichthouder bepalen wat een redelijke prijs is die voor het leveren van warmte gevraagd mag worden. De afgelopen jaren vochten energiebedrijven, gemeenten en woningcorporaties elkaar hierover de tent uit in de grote steden. Deze wet moet hieraan een einde maken.
Verschillende grote warmtenetprojecten van private warmtebedrijven in Amsterdam, Den Haag, Utrecht zijn de afgelopen tijd stilgelegd. Energiebedrijven hebben te maken met hoge aanlegkosten van warmtenetten. De bedrijven voelden er weinig voor om grote investeringen te doen, als gemeenten binnenkort de baas zijn.
Momenteel zijn er zo’n half miljoen woningen aangesloten op een warmtenet. Het doel uit het klimaatakkoord was om voor 2030 daar nog eens een half miljoen huizen aan toe te voegen. Dat doel is uit beeld geraakt, volgens minister Hermans. Zij rekent nu op 200.000 extra aardgasvrije woningen, waarmee het totaal in 2030 zou uitkomen op 700.000.
De overheid hecht veel waarde aan de ontwikkeling van warmtenetten. Hoe langer ermee gewacht wordt, hoe meer huizen er overschakelen op (hybride) elektrische warmtepompen. Particuliere eigenaren van huizen die eenmaal de investering in een warmtepomp hebben gedaan, zijn niet geneigd zich later nog te laten sluiten aanop een warmtenet.
Als alle huizen die verduurzamen overschakelen op elektriciteit, zullen de bestaande problemen op het elektriciteitsnet nog verder toenemen. “Met meer warmtenetten, verminderen we de druk op het stroomnet en worden we minder afhankelijk van energie uit het buitenland,” aldus minister Hermans.
Geld zoeken
Energiebeheer Nederland (EBN) gaat namens de Rijksoverheid gemeenten helpen bij het opzetten van warmtenetten. “Warmtenetten zijn monopolies: je kunt niet overstappen. Vertrouwen is cruciaal en begint bij publiek eigendom. Deze wet legt eindelijk de regie waar die hoort: bij de samenleving,” aldus Herman Exalto, directeur warmtenetten bij EBN.
Vaak is er in gemeenten een gebrek aan kennis en ambtenaren om een warmtenet uit de grond te trekken. De bedoeling is ook dat bestaande warmtebedrijven voor meer dan 50 procent in handen komen van de overheid. In een advies aan de minister wordt ervoor gepleit om EBN energiebedrijven geheel of gedeeltelijk te laten uitkopen. Het geld hier voor moet nog wel ergens gevonden worden.
Met meer warmtenetten, verminderen we de druk op het stroomnet en worden we minder afhankelijk van energie uit het buitenland.
Een gevaar van de nieuwe wet is dat de ervaring van commerciële energiebedrijven zoals Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk verdwijnt. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is er een overgangsperiode van tien jaar afgesproken.
Uiterlijk in 2036 moeten alle warmtenetten voor meer dan 50 procent in handen zijn van de overheid. Bij warmtenetten wordt over het algemeen eerst een woningcorporatie overgehaald om een groot aantal huizen aan te sluiten op een warmtenet. Vervolgens wordt geprobeerd zo veel mogelijk eigenaren van particuliere woningen mee te krijgen.
De komende tijd moet blijken of het vertrouwen van woningcorporaties en particuliere huizenbezitters in warmtebedrijven hersteld wordt door de nieuwe warmtewet.