Door nazi’s geroofde kunst terug bij eigenaren: ‘Enorme waarde voor Joodse families’

De Joodse gemeenschap is onvoorstelbaar veel leed aangedaan. “We zullen dat leed nooit ongedaan kunnen maken, maar we kunnen er wel zoveel mogelijk aan doen”, zegt herkomstonderzoeker Simone van Wijk van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “Door zoveel mogelijk objecten aan deze mensen terug te geven. Een stukje familiegeschiedenis.”
Onderzoek
Ze doet – samen met een onderzoeksteam – in opdracht van het kabinet grootschalig onderzoek naar roofkunst: kunst die door de nazi’s is gestolen en door de geallieerden terug naar Nederland kwam. De kunstwerken van deze zogenoemde Nederlandse Kunst-collectie (NK-collectie) hingen jarenlang in onze rijksmusea, ambassades en depots, maar ook in de Eerste – en Tweede Kamer.
Bij alle werken wordt nu nagegaan of het daadwerkelijk roofkunst is en of ze weer teruggegeven kunnen worden aan de oorspronkelijke eigenaren, vaak Joodse families.
Enkele miljoenen
Het onderzoek, waarvoor enkele miljoenen is uitgetrokken, is nu precies een jaar bezig. “De resultaten zijn nu al boven alle verwachtingen”, zegt Dolf Muller van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “We hadden gedacht uiteindelijk een handjevol werken terug te kunnen geven aan de oorspronkelijke eigenaren, maar we hebben nu al ruim dertig stukken gevonden waarvan dat kan gaan gebeuren. Bijna allemaal Joodse families. En dan loopt het onderzoek nog tot en met eind 2025.”
De Joodse families hebben de stukken nog niet in hun bezit. Die officiële teruggave gebeurt via een speciale commissie (restitutiecommissie).
Ingewikkeld onderzoek
Tot tot nu toe zijn 800 objecten, denk aan schilderijen, meubels en serviesgoed, onderzocht. Een enorme klus. Het onderzoek is ingewikkeld. Soms duurt het maanden om de herkomst van een object te achterhalen, zegt onderzoeker Van Wijk. In veel gevallen is de uitkomst nog niet duidelijk. “Van sommige objecten weten we echt helemaal niets. Dan moet je zoeken, bijvoorbeeld naar een nummer. De achterkant van een meubelstuk en schilderij is voor ons vaak interessant.”
Zo vond de onderzoeker op een speeltafel – die vroeger gebruikt werd om te kaarten – een nummer in blauw krijt. “Via een archief stuitte we via dat nummer op een mogelijke naam. We gingen verder onderzoeken en kwamen er toen achter dat de tafel van een Joodse familie uit Den Haag is.”
Van lang niet alle kunst wordt de afkomst achterhaald. “Van veel stukken zullen we nooit te weten komen wie de eigenaar of erfgenamen zijn. Als je denkt op het goede spoor te zitten, maar een archiefstuk ontbreekt, moet je het daarbij laten. Dat is soms best wel lastig. Je wil zoveel mogelijk stukken weer op de plek brengen waar ze horen.”
Simon Goodman: ‘Het gaat ook om rechtvaardigheid’
De Joodse familie van Simon Goodman had een grote kunstcollectie. Zijn opa en oma kwamen in de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp terecht en werden daar omgebracht. Hun collectie werd door de nazi’s afgepakt. Kleinzoon Simon ontving namens zijn familie enkele jaren geleden honderden van die geroofde objecten.
“De emotionele waarde is enorm. Het is mijn enige herinnering aan mijn vermoorde grootouders. Als ik die vaas zie, doet mij dat denken aan de mensen die ik nooit heb gekend. Het is je familiegeschiedenis.”
En het is ook een vorm van rechtvaardigheid dat de geroofde kunst wordt teruggeven, vindt hij. “De schilderijen, meubels of kandelaren waren van ons. Ze zijn weggeroofd. Daarom is het goed dat de Nederlandse overheid dit doet. Het onderzoek komt alleen te laat. Maar beter te laat dan nooit.”