NOS Nieuws

Kinderen die in coronatijd (2020-2022) peuter waren, hadden daarna een kleinere woordenschat dan kinderen die daarvoor de peuterleeftijd hadden. En bij ‘coronababy’s’ bleef ook de sociaal-emotionele ontwikkeling achter. Dat komt naar voren uit onderzoek van de Universiteit Utrecht.

“Wij hebben gezien dat bij peuters de woordenschat na corona echt een stuk kleiner is dan de woordenschat van peuters van voor corona”, zegt onderzoeker Anika van der Klis in het NOS Radio 1 Journaal. Ze vermoedt dat dit komt door het gebrek aan contacten.

“Kinderen leren niet alleen van hun ouders, maar ook van opa en oma en van vriendjes. Het is ook heel belangrijk dat een kind heel veel verschillende gesprekspartners heeft. Want iemand anders zegt misschien mok terwijl een ander misschien beker zegt. Juist al die verschillen maakt dat kinderen uiteindelijk een heel grote woordenschat ontwikkelen.”

Maar ook het ontbreken van uitstapjes naar bijvoorbeeld het park, de speeltuin of het zwembad speelde een rol. “Dat zijn allemaal heel verschillende situaties waar het kind allemaal andere woorden leert.”

Andere problemen baby’s

Bij baby’s waren de gevolgen van de coronaperiode anders. Daar zien de onderzoekers een tragere sociaal-emotionele ontwikkeling dan bij leeftijdsgenoten van voor de pandemie. Dat is een probleem omdat kinderen met goede sociaal-emotionele vaardigheden beter kunnen samenwerken, beter conflicten oplossen, beter contacten leggen en beter hun emoties controleren. Dat zorgt voor een betere mentale gezondheid, waardoor kinderen gelukkiger zijn en beter presteren op school, aldus wetenschappers.

De onderzoekers maten deze ontwikkeling van baby’s door ouders vragenlijsten in te laten vullen. “Als je kindje overstuur is, kan ze dan snel kalmeren? Huilt ze veel? Is ze veel angstig? We zagen inderdaad dat na de pandemie heel jonge baby’s meer sociaal-emotionele problemen lieten zien.”

De onderzoekers denken dat het met de stress te maken kan hebben die moeders tijdens de zwangerschap ervaarden of met stress in het gezin waarin het kind ter wereld kwam.

Gevolgen

De onderzoekers verwachten dat de opgelopen achterstanden ook op de langere termijn zichtbaar blijven. “Een jong kind heeft gewoon woorden nodig”, zegt Van der Klis. “Om vriendjes te maken en daardoor sociale vaardigheden te leren, maar ook om lessen te begrijpen op school.”

Ze hoopt daarom dat er voor deze groep kinderen extra ondersteuning komt voor taal en lezen, zodat ze die achterstand kunnen inhalen. Ouders kunnen daar zelf ook wat aan doen door voor te lezen. Wat betreft de sociaal-emotionele achterstand – en ook wat betreft het inlopen van de taalachterstand – adviseren de onderzoekers om de kinderen minder tijd achter een scherm te laten zitten.

“Ouders denken vaak dat kinderen leren van tv-kijken”, zegt Van der Klis, “maar de taal- en sociaal-emotionele vaardigheden gaan dan niet vooruit. Als je die achterstanden wilt inlopen, is het veel beter om ze met vriendjes te laten spelen.”

Share.
Exit mobile version