In samenwerking met
Omroep Flevoland
NOS Nieuws•
Tientallen jaren bestond er onduidelijkheid, maar sinds gisteravond weten de nabestaanden het zeker: het Urker vissersschip Ex Mare Gratia verging op 26 januari 1966 op de Noordzee, op zo’n vier uur varen ten noordwesten van Terschelling.
Het Wrakduikteam Zeester en Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten hebben dat vastgesteld op basis van twee duikexpedities, videobeelden, oude bouwtekeningen en foto’s.
Aan boord van de UK-58 waren op 26 januari 1966 vijf mensen, onder wie vier Urkers. Die zijn allemaal “op zee gebleven”, zoals dat dan heet. Nooit werd iets van het schip en de bemanningsleden teruggevonden, behalve een half bordje met daarop een deel van de naam van het schip (‘GRATIA’).
Onmiskenbaar
Dit voorjaar kwam daar verandering in: in april werd de vermoedelijke locatie van de UK-58 vastgesteld na een nieuwe scan van de zeebodem. Rijkswaterstaat, die toevallig in de buurt was, verleende assistentie. Op de scan was volgens de onderzoekers onmiskenbaar het silhouet van een gezonken kotter te zien.
In mei ging voorzitter Meeldijk van de Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten voor het eerst met de duikers naar de wraklocatie, maar toen was er onder water nauwelijks zicht. Eind juli keerden ze nog eens terug om videobeelden te maken. Met het blote oog konden ze het schip niet identificeren: de opbouw was bijna helemaal vergaan.
Meeldijk zegt na die duik in juli nog anderhalve maand nodig te hebben gehad om duidelijke herkenningspunten te vinden. Een bijna ondoenlijke klus, zegt hij tegen Omroep Flevoland. “Ik heb die videobeelden wel honderden keren afgespeeld.”
Schoenendoos
Uiteindelijk bleek een van de nabestaanden het ontbrekende puzzelstukje in handen te hebben. Ze gaf een schoenendoos met oude bouwtekeningen en foto’s van de kotter aan Meeldijk. Die kon de luiken en de lier van de tekeningen herkennen op de videobeelden. Zo stelde hij vast dat het wrak de UK-58 was.
Het blijft een mysterie wat er precies met het schip is gebeurd, de verdronken bemanningsleden zijn nooit teruggevonden. Dat maakte het ook voor de nabestaanden extra moeilijk. “Er is geen afscheid, geen begrafenis, geen afsluiting”, zei Willem Foppen eerder. Hij verloor zijn vader en oom bij het ongeluk.
De enige fysieke plek die herinnerde aan de vijf bemanningsleden waren hun namen op het Urker Vissersmonument. Nu het wrak is gelokaliseerd, is daar nog een locatie bijgekomen.
Het is het tweede succes voor het onderzoeksteam in korte tijd. Eind vorige maand vonden ze de UK-154 nog terug. Die verging in 1967, een jaar na de UK-58.
Nabestaanden van opvarenden van de UK-154 waren blij met die vondst, omdat ze zo het verlies van familieleden na decennia alsnog konden afsluiten:
Nabestaanden gezonken Urker kotter opgelucht: ‘hopelijk nu afsluiten’